- losdoen
- {{losdoen}}{{/term}}1 undo ⇒ untie 〈veter, knoop in touw〉, 〈losknopen〉 unbutton♦voorbeelden:1 doe maar gauw je jas los • come on, unbutton your coat
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.